Overslaan en naar de inhoud gaan

Winterstruiken in bloei

Toverhazelaars en winterjasmijn bloeien midden in de winter en fleuren de hele tuin (en uw humeur) op.

Toverhazelaars (Hamamelis)

De meeste toverhazelaars geuren heerlijk.

De bloei kan al in december beginnen, maar gaat vaak door tot maart.

  • Doordat de planten aan de kale takken bloeien, vallen de bloemen extra op.
  • Het zijn prachtige sierstruiken die weinig onderhoud vragen.
  • Plant ze liefst op een zonnige plek, dan bloeien ze het rijkst.
  • Geef ze voldoende plantruimte.
  • Worden niet graag gesnoeid. Dit gaat ten kosten van de bloei.
  • Groeien het liefst in een PH-neutrale of zelf iets zure grond.
  • Voed ze niet met kalkhoudende meststoffen (zoals beendermeel). Laat de grond bij de wortels met rust.

Er zijn drie belangrijke soorten toverhazelaar:

1. De Japanse (Hamamelis japonica): met gele, licht geurende bloemen, kan heel hoog worden (wel 5 m) en zelfs een kleine boom met dunne takken vormen. Het blad van deze grote soort verkleurt in het najaar prachtig bronsgeel.

2. De Chinese toverhazelaar (Hamamelis mollis): blijft kleiner (tot 3 m) maar heeft tijdens het groeiseizoen groter blad en bloeit (hoofdbloei in januari) met grotere, sterker geurende bloemen.

3. De meeste toverhazelaars voor de tuin zijn kruisingsproducten tussen deze twee soorten. Van die kruisingssoort (Hamamelis × intermedia) bestaan tientallen cultivars die qua bloeitijd kleine variaties te zien geven (tussen december en maart), maar een rijke keuze aan bloemkleuren bieden: ‘Arnold Promise’ bijvoorbeeld bloeit donkergeel, ‘Diane’ rood, ‘Jelena’ bruinoranje, ‘Orange Peel’ lichtoranje, ‘Pallida’ zwavelgeel, ‘Ruby Glow’ bruinrood en ‘Orange Beauty’ oranjegeel.

Ze vormen allemaal de bekende spinachtige bloemen die tijdens strenge vorst even ‘de adem inhouden’, maar daarna weer vrolijk verder bloeien. Ze worden via de wind bestoven. Van de meeste cultivars verkleurt het groene blad in het najaar prachtig rood, oranje of geel voor het afvalt.

Vind een tuinaannemer in je buurt.

Winterjasmijn (Jasminum nudiflorum)

  • De winterjasmijn kan het beste tegen een achtergrond worden geleid. Deze heester komt oorspronkelijk uit China, waar hij met zijn lange, flexibele takken en twijgen tegen rotswanden op groeit.
  • De lange bloeiperiode – die al in december begint – kan soms wel tot in april duren.
  • Hij groeit en bloeit zelfs goed voor een noordmuur, maar op een zonnige plek is de bloei het rijkst. U kunt deze heester ook over hellingen of lage muurtjes laten kruipen of poorten en deuren laten omlijsten. Gewone tuingrond is prima, zolang daar niet te veel kalk in zit.
  • De talloze bloemen die maar blijven verschijnen, zijn stervormig en geel. Het blad dat in het voorjaar verschijnt, is donkergroen en het glanst.
  • Winterjasmijn kan heel goed tegen industrie- en stadslucht.
  • De struiken vragen nauwelijks zorg en speciale voeding is niet nodig.
  • Bind de groeiende takken en twijgen regelmatig aan. U kunt bloeiende takken afknippen (natuurlijk niet te veel) en in bloemschikkingen verwerken.
  • Geef voldoende groeiruimte
  • Groeien het liefst in een PH-neutrale of zelf iets zure grond.
  • Voed ze niet met kalkhoudende meststoffen (zoals beendermeel) . Laat de grond bij de wortels met rust.

Andere winterbloeiers zijn bijvoorbeeld: de gele kornoelje (Cornus mas), de witte forsythia (Abeliophyllum distichum), Prunus subhirtella ‘Autumnalis’ die al vanaf november kan bloeien met wit/roze bloempjes, winterheide (Erica carnea) en bitterzoet (Chimonanthus praecox). Bij de vaste planten is de kerstroos (Helleborus niger) de bekendste winterbloeier.