S03, aflevering 04 | Gastvrij voor beestjes

Hoe meer leven in de tuin, des te prettiger hij is om naar te kijken en van te genieten. Vandaar dat tuinaannemers in zowel concept, beplanting als aankleding vaak extra kansen creëren voor het bezoek van bijen en andere insecten, vlinders, vogels en zelfs kleine zoogdieren. Gil en Marc bezoeken een tuin waar tuinarchitect en -aannemer Christoph Soenens uit Oostrozebeke net de laatste hand legt aan een voor dieren absoluut gastvrije tuin: incluis stapelmuur voor reptielen, een amfibieënpoel en zelfs een beveiligde ruimte voor een bijenkast. In de verstedelijkte rand van Antwerpen bezoeken ze twee kleine stadstuinen die aantonen dat gastvrijheid voor dieren ook in stedelijk gebied kan. Dat diervriendelijkheid erg belangrijk is voor alle soorten bijen, incluis wilde en solitair levende bijen, maar ook voor alle andere insecten, vertelt Bart Van de Poele, bijenspecialist en coördinator van de Week van de bij.

Zo’n drie jaar geleden nam tuinaannemer Christoph Soenens een klein stadstuintje in de rand van Antwerpen onder handen. De bewoners, een iets ouder koppel, verlangden naar een mooi en rustig tuintje, en vooral ook heel uitnodigend voor allerhande diertjes. Weinig onderhoud was ook een van hun wensen. Een kolfje naar de hand van Christoph. Achteraan en aan de rechterkant zorgde hij eerst voor een heel open structuur met doorkijk tussen een lage haag en een hoger, gesloten scherm van leilindes. Zo lijkt de tuin ruimer dan ze eigenlijk is en tegelijk hoort een gezellig babbeltje met de naaste buren geregeld tot de mogelijkheden. Haag en leibomen vormen meteen een mooi decor voor de variatie aan vaste planten en siergrassen.

Planten die veel vlinders en andere insecten lokken, en die bovendien het hele jaar voor bloei en kleur zorgen: dat bepaalde de keuze van de tuinaannemer. En zijn keuze werkt! Kerstroos ofte Helleborus verfraait de overgang van winter naar lente. Vanaf april kleurt de Euphorbia ‘Wulfenii’ de perken geel. Later in het jaar wordt de tuin nog uitbundiger, dankzij bloeiende paars-roze Geraniumsoorten als ‘Ingwersen’ en ‘Rosanne’, de rode staartjes van een Persicaria, de witte bloempluimen van geitenbaard of Aruncus en de talrijke vrolijk gekleurde eendagslelies, Hemerocallis. En boven al die planten pronkt het ijzerhard, Verbena bonariensis, met zijn violetblauwe bloemen.

Voor al het kleine vliegende en kruipende leven moet dit wel een paradijs zijn. Bijen, vlinders en talrijke andere insecten vliegen hier voortdurend af en aan, op zoek naar een lekker hapje. En af en toe een hartige slok, want Christoph zorgde ook voor een tuinvijvertje. Met borrelelementen waar insecten en vogels kunnen ‘pootjebaden’. Ook de tuineigenaars genieten mee. Tijdens de zomer zorgt de vijver voor aangename koelte en de altijd aanwezige stadsgeluiden worden gedempt door het klaterende water.

Langs beide zijden van de vijver loopt een tuinpad. Het linkerpaadje leidt naar een gezellig mini-terras, achteraan in de hoek. Een overblijfsel van de vorige tuin, dat nog in goede staat was. Tegen de achterkant van de bel-étagewoning werd nog een intact terras van vroeger bewaard: een budgetvriendelijke oplossing van de tuinaannemer. Maar eigenlijk gebruiken de bewoners de twee terrasjes niet meer zo vaak. Ze kijken vanop hun ruime, overdekte terras op de eerste verdieping uit over hun mooi aangelegde tuin, met een drankje bij de hand. En zo heeft Christoph ze ook ontworpen: om zowel beneden als van bovenaf ten volle te genieten van het fraaie lijnenspel en de fleurige bloemenborders. Het Tuinaannemereffect in praktijk gebracht.